insights

Zorgen over toenemende sociale ongelijkheid door de energietransitie nemen toe

August 21, 2024
  • 71% van de Nederlanders verwacht dat de energietransitie zal leiden tot toenemende ongelijkheid in koopkracht. Vergeleken met 2023 is dit een aanzienlijke stijging van 5 procentpunten.
  • Het aantal Nederlanders dat van mening is dat het behouden van koopkracht belangrijker is dan het voorkomen van klimaatverandering is gestegen van 41% naar 43%.
  • 74% van de Nederlanders maakt zich grote of enige zorgen over klimaatverandering. Vergeleken met vorig jaar is dit een lichte daling van 2 procentpunten.

Uit de nieuwste editie van de BNP Paribas Just Transition Observatory 2024 blijkt dat zorgen over de sociale gevolgen van de energietransitie bij Nederlanders verder zijn toegenomen. Bijna driekwart (71%) van de respondenten verwacht dat de energietransitie leidt tot meer ongelijkheid in koopkracht. Ten opzichte van 2023 is dit een stijging van 5 procentpunt. Naast koopkracht wordt de mate waarin mensen afhankelijk zijn van hun auto vaak genoemd als oorzaak van toenemende ongelijkheid. 71% van de Nederlanders (+7 procentpunt ten opzichte van 2023) verwacht dat de kosten van levensonderhoud verder stijgen door ongelijke afhankelijkheid van mobiliteit.

De prioritering van maatregelen om koopkracht te beschermen boven klimaatmaatregelen neemt licht toe. In 2023 gaf 41% van de Nederlandse respondenten aan dat klimaatbeleid niet ten koste mag gaan van koopkracht. Dit percentage is in 2024 gestegen naar 43%. Hieruit kan worden opgemaakt dat de steun voor klimaatbeleid mede afhangt van de vraag of maatregelen zowel de klimaatcrisis als de koopkrachtcrisis adresseren.

Nederlanders blijven zich zorgen maken over de gevolgen van klimaatverandering. In 2023 gaf 76% aan zich hierover grote of enige zorgen te maken. Dit percentage is in 2024 licht gedaald naar 74%. Deze daling zou kunnen worden verklaard door gewenning aan de voortdurende berichtgeving over klimaatverandering, hoewel het voor een groot deel van de ondervraagden nog steeds een belangrijke zorg blijft.

Net als in de voorgaande jaren worden financiële prikkels die positief gedrag belonen nog steeds gezien als een van de meest effectieve manieren om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Daarnaast ligt het percentage Nederlandse ondervraagden (76%) dat verwacht dat de energietransitie vooral de meest kwetsbare groepen in de samenleving treft, hoger dan het Europees gemiddelde (72%). Dit suggereert dat economische instrumenten die de lasten eerlijker verdelen, een cruciale rol kunnen spelen bij het bevorderen van duurzame gedragsveranderingen.

“Vergeleken met vorig jaar zien we dat in de publieke opinie de bezorgdheid over de geopolitieke situatie groeit. Desondanks blijkt uit ons onderzoek dat mensen zich nog steeds ernstig zorgen maken over zowel de koopkrachtcrisis als de klimaatcrisis. Dit benadrukt de noodzaak voor een eerlijke energietransitie, waarbij haalbare alternatieven worden geboden zonder de financieel kwetsbaren, die vaak de kleinste vervuilers zijn, extra te belasten. Een eerlijke transitie heeft niet alleen betrekking op rechtvaardig handelen, maar is ook essentieel voor het behouden van publieke steun. Wanneer men het gevoel heeft onevenredig belast te worden, dan kan dat leiden tot verzet tegen essentiële klimaatmaatregelen. Als financiële instelling hebben wij een rol te vervullen om bij te dragen aan een rechtvaardige transitie.”

Grégoire Lusson, hoofd van NEST (Network of Experts in Sustainability Transitions) bij BNP Paribas

Over het onderzoek

Voor dit onderzoek zijn 10.424 respondenten ondervraagd uit 11 verschillende landen, waaronder Nederland. De respondenten zijn geïnterviewd via een online vragenlijst. Het onderzoek werd uitgevoerd door Ipsos tussen 1 maart en 2 april 2024.