Nederlanders verwachten beperkte impact energietransitie op werkgelegenheid
- Slechts 21% van de Nederlanders maakt zich zorgen over hun baan door de energietransitie.
- Landbouw en luchtvaart worden als kwetsbare sectoren gezien.
- Weinig animo voor omscholing ondanks de veranderingen die op komst zijn.
Uit de nieuwste editie van de BNP Paribas Just Transition Observatory 2024 blijkt dat Nederlanders relatief weinig zorgen hebben over de impact van de energietransitie op de werkgelegenheid. Dit lijkt in tegenspraak met eerdere resultaten van de Just Transition Observatory, die toenemende zorgen in Nederland over groeiende sociale ongelijkheid als gevolg van de energietransitie aantoonden. Slechts 21% van de werkende Nederlanders maakt zich zorgen over de impact van de energietransitie op hun werk. Aanzienlijk lager dan de 36% van de Europese respondenten die zegt zich enigszins of zeer zorgen te maken over de directe gevolgen van de energietransitie voor het voortbestaan van hun eigen baan.
Voor bepaalde sectoren zoals de landbouw en luchtvaart zijn Nederlanders juist duidelijk pessimistischer over de impact van de energietransitie dan het Europees gemiddelde. Slechts 4% van de Nederlanders denkt bijvoorbeeld dat de landbouwsector sterk kan profiteren van de energietransitie, terwijl 37% verwacht dat de landbouw hard wordt geraakt door de gevolgen van de energietransitie.
In lijn met de beperkte impact die wordt voorzien voor de werkgelegenheid, zijn Nederlanders ook niet geneigd om zich om te scholen om in te spelen op de energietransitie. Slechts 12% van de werkenden in Nederland verwacht zich om- of bij te scholen om in te spelen op veranderende economische omstandigheden. Nederland staat hiermee onderaan in Europa; gemiddeld overweegt 21% van de Europeanen omscholing of bijscholing in anticipatie op de energietransitie.
Bedrijven die onderdeel willen uitmaken van een rechtvaardige energietransitie hebben een cruciale rol te spelen in het om- en bijscholen van medewerkers. Het aanpassen van processen voor persoonlijke en professionele ontwikkeling is essentieel om personeel klaar te stomen voor de nieuwe eisen die een duurzame economie aan werknemers stelt.
Grégoire Lusson, hoofd van NEST (Network of Experts in Sustainability Transitions) bij BNP Paribas
Over het onderzoek
Voor dit onderzoek zijn 10.424 respondenten ondervraagd uit 11 verschillende landen, waaronder Nederland. De respondenten zijn geïnterviewd via een online vragenlijst. Het onderzoek werd uitgevoerd door Ipsos tussen 1 maart en 2 april 2024. Dit is het tweede persbericht over de resultaten van de Just Transition Observatory in Nederland. De volledige resultaten van de wereldwijde Just Transition Observatory zijn hier gepubliceerd