Met je eigen vervoer naar een duurzame toekomst
Dat de toekomst van mobiliteit ligt in duurzamere vormen van vervoer wordt weerspiegeld in nieuwe regelgeving zoals de Rapportageverplichting Werkgebonden Personenmobiliteit (WPM). Deze nieuwe regeling verplicht bedrijven met meer dan 100 werknemers vanaf 1 januari 2024 de CO2-uitstoot van het zakelijke verkeer en woon-werkverkeer van hun medewerkers te registreren.
De wetgeving is een directe reactie op de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs, waarin EU-lidstaten zich hebben gecommitteerd aan het verminderen van de CO2-uitstoot met minimaal 40% in 2030. Nederland heeft ambitieuzere doelstellingen geformuleerd en streeft naar een reductie van 55%. De implementatie van de WPM-regeling is een van de vele stappen om dit te bereiken.
Bedrijven spelen een cruciale rol in het halen van deze doelstellingen, mede omdat meer dan de helft van de kilometers die Nederlanders op de weg maken werk gerelateerd is. Werkgevers zullen dus hun werkwijze moeten aanpassen om te voldoen aan de rapportageverplichting en uiteindelijk de CO2-uitstoot te verminderen.
Bedrijven moeten de inzet van hun wagenpark kritisch evalueren en eventueel aanpassen. Daarnaast moeten ze bedenken hoe zij de benodigde informatie van hun medewerkers verzamelen en gebruiken. Deze informatie omvat zaken als het doel van de rit, de afstand, het merk en type auto, de leeftijd van de auto en de gebruikte brandstof.
Wesley van der Wal, Arval Mobility Director: “Hoewel de nieuwe regelgeving uitdagingen meebrengt, biedt het ook kansen voor bedrijven om duurzame mobiliteit verder te stimuleren. Werkgevers krijgen de kans om aan de knoppen te draaien en een mobiliteitsmix samen te stellen die aansluit op de bedrijfsactiviteiten en wensen van hun medewerkers. Werkgevers kiezen steeds vaker om thuiswerken of het gebruik van de fiets te belonen.
KPN kondigde recentelijk bijvoorbeeld aan medewerkers voor elke gefietste kilometer een compensatie van 40 eurocent netto te betalen. Deze vergoeding geldt ook bij gebruik van een eigen fiets én voor de kilometers die naar een station worden afgelegd. Dit is een mooi voorbeeld van beleid dat zorgt voor een eerlijkere energietransitie met groter draagvlak. De duurzame keuze wordt zo een financieel aantrekkelijk alternatief dat bijdraagt aan de bereikbaarheid van Nederland.”