Directeur Geert Lippens van BNP Paribas: ‘De maatschappelijke rol van banken wordt onderschat’
Banken spelen een belangrijke maatschappelijke rol, maar zijn niet de aangewezen partij om bedrijven de les lezen. Directeur Geert Lippens van BNP Paribas Nederland is er duidelijk over. “Soms hoor je dat de banken duurzaamheid moeten opleggen, maar dat is een gevaarlijke filosofie.”
“Wij willen concrete resultaten zien, maar het is gevaarlijk om als bank klanten de les te lezen. Dat is niet de bedoeling. Uiteindelijk hebben zij de expertise. Zij zijn de expert in hun veld.” De klant bepaalt het uiteindelijk zelf, niet BNP Paribas.
“De overheid kan verplichten. Banken zitten nog altijd in een andere positie. Wij hebben een maatschappelijke rol die we met veel gedrevenheid oppakken, maar wij zijn niet de overheid. Wij kunnen alleen maar tegen klanten zeggen: als jij niet evolueert dan riskeren je dat we op een bepaald moment game over zeggen. Dan stoppen we met financieren.” Maar dat laatste doet hij liever niet. Daarom wil Lippens bedrijven ook stimuleren om te investeren in het terugdringen van hun uitstoot en helpen om innovaties die nodig zijn te financieren.
Een bescheiden bankier
Geert Lippens is als bankier gepokt en gemazeld. “Ik heb dertig jaar moeten evolueren. En dat moet je ook blijven doen, want dat maakt het werk interessant”, zegt de Vlaming. De financiële crisis van 2008 maakte hij van dichtbij mee. Hij werkte bij Fortis: één van de banken die gered moest worden. De crisis zette bankiers met beide benen op de grond. Volgens Lippens was hijzelf altijd redelijk nuchter. Maar toch ziet hij het als één van de belangrijkste lessen van de afgelopen jaren. Ook voor BNP Paribas. “Je moet heel bescheiden blijven. We kunnen wel roepen dat we de grootste zijn en tweehonderd jaar historie hebben, maar uiteindelijk is onze maatschappelijke rol faciliterend. Wij moeten helpen. Bescheidenheid is een belangrijk woord voor een bankier.”
Zo denkt hij dat de vermogensbeheertak van BNP Paribas meer lawaai kan maken. “In asset management kun je iets meer een frontrunner zijn. Wat ook normaal is, omdat je uiteindelijk met geld werkt dat je beheert voor derden.” Hij zegt het niet letterlijk, maar bij de bank is de klant koning. “Heel veel klanten hebben ook gewoon de basisproducten nodig, zoals werkkapitaal”, benadrukt Lippens. Maar dat betekent niet dat de bank niets doet.
In gesprek met Shell
“Er zijn een aantal dingen waarbij we radicaal gezegd hebben: Dat doen we niet meer”, vertelt Lippens. Zoals tabak, schaliegas en steenkool. “Er wordt geen enkel nieuw kolenproject gedaan. Dus dat is een exit-strategie.” Bij andere sectoren en bedrijven kijkt Lippens liever samen hoe deze kunnen veranderen. “Wij praten met bedrijven als BP en Shell om duidelijk te maken dat er een plan en een strategie moet komen voor een transitie, omdat zij anders op termijn niet meer financierbaar zijn.”
BNP Paribas volgt de Paris Agreement Capital Transition Assessment (PACTA). De PACTA toont aan in hoeverre de technologiemix en uitstoot van sectoren in lijn is met het Parijsakkoord. Zo wil de bank haar oliefinancieringen tegen 2025 met 12 procent verminderen. “Dit is de trend die we inzetten. Dus houd daar rekening mee”, zegt hij tegen olie- en gasklanten.
Het is een constante afweging tussen klanten ondersteunen en hen aansporen om te veranderen. Het past bij de verschuivende rol die Lippens voor de bank ziet: van simpele productleverancier naar een adviseur. Of in zijn woorden: “een trusted advisor.” Het gaat om de toegevoegde waarde van de bank en hoe deze klanten kan helpen bij de energietransitie en het reduceren van CO2-uitstoot. Inmiddels heeft de bank hier een speciaal team voor met daarin 250 experts: de low carbon transition group.
Kernenergie en waterstof
Op bepaalde vlakken heeft de bank al meer dan gemiddelde kennis. In kernenergie bijvoorbeeld. “Wij zijn uiteindelijk altijd actief gebleven in de nucleaire sector”, zegt Lippens. Zo was de bank als financieel adviseur betrokken bij de bouw van de kerncentrale in het Engelse Hinkley. Nu kernenergie door de Europese Unie hoogstwaarschijnlijk als groene investering wordt gezien, en ook in Nederland steeds meer mensen voor zijn, weet men ook hier BNP Paribas te vinden. Tegelijkertijd benadrukt Lippens dat de energietransitie om meer draait dan kernenergie. “Dit is maar een heel klein stukje van de hele energietransitie”, zegt hij. BNP Paribas focust vooral op hernieuwbare energie en infrastructuur. Het transport van groene waterstof is één van de infrastructurele uitdagingen die hij ziet. Daar ligt dus mogelijk ook een rol voor de bank.
Gesprekken over kernenergie en waterstof zijn typerend voor Nederland. In ons land gaat het al vaker over de te nemen stappen na aardgas. En ook met elektrisch rijden zijn we relatief ver. Lippens merkt dat verschil dagelijks, omdat hij een elektrische auto rijdt. “In Nederland heb je veel snelladers langs de autowegen, maar eenmaal over de grens moet ik de laadpalen zoeken.” Dat Nederland verder is met elektrisch rijden heeft ook invloed op de leasemaatschappij van BNP Paribas: Arval. “Het aantal volledig elektrische voertuigen van Arval ligt in Nederland hoger dan in de meeste andere landen. In Nederland komt het uit op 1 op 5. Terwijl het in veel andere landen eerder uitkomt op 1 op 10.”
Nederland als testlocatie
Eerder zinspeelde Lippens al op de grootte van BNP Paribas. Alleen al in Nederland vallen er tien bedrijfsonderdelen onder BNP met in totaal ruim 1.200 medewerkers. En de bank wil jaarlijks met 7 à 8 procent groeien. Duurzaamheid maakt onderdeel uit van die groeiambitie. Met name als het gaat om mobiliteit en de gebouwde omgeving. Het Franse hoofdkantoor ziet Nederland als een goed testland. “Het is niet te klein, maar ook niet te groot.” Een ideaal testland dus.
Daarom zit het wereldwijde onderzoekscentrum van Arval in Nederland. Het autoverhuurbedrijf wil veranderen in een mobiliteitsaanbieder. Dat betekent dat het bedrijf ook elektrische scooters, fietsen en openbaar vervoermodellen wil aanbieden. “We willen bij ons nieuwe hoofdkantoor een soort mobiliteit-hub creëren voor ons personeel dat ook als voorbeeld kan dienen voor onze klanten.” Tegelijkertijd houdt BNP Paribas Real Estate zich bij de ontwikkeling van het nieuwe hoofdkantoor bezig met verduurzamingskansen bij kantoren. “En met BNP Paribas Personal Finance onderzoeken we samenwerkingen om vergroening van de woningmarkt te financieren met consumentenkredieten.”
Van kennis over nucleaire energie tot infrastructuur en persoonlijke kredieten tot mobiliteit: De breedte van de bank is voor Lippens één van de redenen waarom hij het bankiersvak mooi vindt. Dat (vooral) Nederlanders daar anders naar kijken, stoort hem soms. “De maatschappelijke rol van banken wordt een beetje onderschat.” Door het imago en de lage werkloosheidscijfers is het een uitdaging om talent vast te houden. “Iedereen droomt van fin-tech en scale-ups”, verzucht Lippens. Hij benadrukt dat jonge mensen juist bij de bank verschil kunnen maken. Hij hoopt dat de duurzame koers helpt. “Wij gaan met onze klanten aan de slag om ze te doen evolueren. Daarom moet de jeugd aan boord komen om ons te helpen het verschil te maken.”
Dit artikel is onderdeel van een contentserie in samenwerking met Change Inc., Rianne Lachmeijer.
Meer lezen uit deze contentserie? In dit interview vertelt Wesley van der Wal over de transitie die BNP Paribas Arval doormaakt van leasemaatschappij naar mobiliteitspartner.