Aanpassing blinde vlek in klimaatfinanciering
Het beperken van de opwarming van de aarde staat bovenaan politieke agenda’s, maar de recordtempraturen deze zomer laten zien dat de wereldwijde tempratuurstijging een realiteit is waar bedrijven en overheden zich nu al op moeten aanpassen. Het Adaptation Gap Report van het VN-milieuprogramma (UNEP) wijst erop dat, zelfs wanneer de doelstellingen van het Parijs-akkoord worden gehaald, de wereld waarschijnlijk nog steeds afstevent op een temperatuurstijging van 3°C in 2100.
Verzekeraar Swiss RE biedt inzicht in de onmiddellijke gevolgen. In de eerste helft van 2023 kwamen de verzekerde verliezen als gevolg van natuurrampen al uit op $50 miljard dollar. Opvallend is dat zware onweersbuien verantwoordelijk zijn voor 70% van het totaal. In de Verenigde Staten werd door onweer een recordbedrag van $34 miljard aan schade geclaimd.
Toch gaat slechts een klein percentage van de totale klimaatfinanciering naar aanpassingsinitiatieven. De financieringskloof is evident. In 2017-2018 werd de totale klimaatfinanciering wereldwijd geschat op $ 579 miljard dollar per jaar, waarvan slechts $ 30 miljard besteed aan klimaatadaptatie. Deze financiering moet vijf tot tien keer toenemen, met name om te voldoen aan de behoeften in ontwikkelingslanden.
Uit de UN Water Action Agenda blijkt dat in 2030 bijna de helft van de wereldbevolking acute waterschaarste zal ervaren als er geen actie wordt ondernomen. Voor de voedselvoorziening en het op peil houden van basale economische activiteiten is het daarom cruciaal om de aanpak van waterbeheer, zowel op het gebied van overlast als schaarste, te integreren in de klimaatfinanciering. Ook in Nederland veroorzaakt een toename in de zonnestraling de kans op droogte, volgens de KNMI-klimaatscenario’s. In 2022 was er een record aantal zonuren en was er sprake van extreem droogte. Niet eerder deze eeuw was het in Nederland zo droog als in 2022.
Dat aanpassingsfinanciering een klein deel van de groene obligatiemarkt beslaat blijkt ook uit onderzoek van het Climate Bonds Initiative (CBI). Van de 33.849 groene, sociale en aan duurzaamheid-gekoppelde obligaties (GSS+) die in 2022 door het CBI zijn gemeld, werd bij slechts 19% van de klimaataanpassing of het vergroten van de weerbaarheid tegen tempartuurstijgingen genoemd als investeringsdoelstelling. Ondanks het bestaan van een goed ontwikkelde markt voor groene obligaties, ligt de nadruk dus sterk op het doen van koolstofarme investeringen in plaats van klimaatbestendige investeringen.
” Het is duidelijk dat het financieren van klimaatadaptatie ook commercieel zinvol is. Een investering van $ 1.800 miljard in klimaatadaptatiemaatregelen levert volgens de Global Commission on Adaptation tot $ 7.100 miljard op in vermeden kosten en andere voordelen. De Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) heeft de toon gezet door in september 2019 de eerste klimaatbestendige obligatie te lanceren. Maar dergelijke initiatieven zijn alleen succesvol wanneer ze worden opgeschaald met steun van private partijen.”
De Institutional Investors Group on Climate Change, een alliantie van zo’n 275 investeerders met € 35.000 miljard aan beheerd vermogen, heeft hier een rol in te spelen. Het samenwerkingsverband heeft als missie niet alleen kapitaal te mobiliseren voor de energietransitie, maar investeert ook in het aanpassen van economische activiteiten aan het veranderend klimaat. Naarmate taxonomieën zich ontwikkelen wordt duidelijker hoe impactvolle investeringen in klimaataanpassingen worden gedefinieerd.
“Midden in onze ‘race naar netto nul’ mogen we klimaataanpassing niet vergeten”, aldus Georgiev. “Het moment voor financiering van klimaataanpassing is nu: de dringende behoefte, het economische argument, en de gunstige markt- en beleidsomgeving. Waar wachten we nog op?”